Het menselijke brein

Hoe werken onze hersenen?

Het model dat wordt besproken deed heel wat stof opwaaien toen het in 1990 werd gepubliceerd. Intussen is het model achterhaald door steeds meer studie en inzicht in de complexe werking van de hersenen.  Omdat dit model vrij eenvoudig is, geeft het voor de absolute leek toch een eerste inzicht in een paar essentiele eigenschappen van de werking van de hersenen.  Daarom is het een goede basis om mee van start te gaan.  Voor diegenen die echt interesse ontwikkelen in deze materie bestaan er tal van werken.  De studie van het brein is op dit moment de meest boeiende studie van de wetenschap.  Begrijpen wie we zijn en begrijpen waarom we datgene doen, wat we doen is momenteel nog één van de grote mysteries.  

  

  • HOE KAN IK DE VOLLEDIGE TEKST BEKOMEN? 

 

 

Ga naar de contactpagina en vul uw contactgegevens in.  U krijgt vervolgens de voledige versie van de tekst via mail toegestuurd.  Voor meer informatie kan u later steeds bij ons terecht.

 

 

  • ONDERAAN EEN EERSTE DEEL VAN DE TEKST TER INZAGE.  

 

 

 

 

 

We zijn ons Brein.

 

In ons brein ligt onze persoonlijkheid opgeslagen. Hierin bevindt zich onze eigenheid.

 

Wie we zijn, hoe we denken en hoe we ageren is het resultaat van ervaringen die onze voorouders hebben meegemaakt en die wij vervolgens via onze ouders hebben doorgekregen. Samen met onze eigen ervaringen vormen ze het referentiekader waarmee we in de wereld staan. Het brein is een complex systeem dat bij een volwassen mens bestaat uit ongeveer 100 miljard hersencellen (neuronen). Elk van die neuronen kan op zich onderling enkele duizenden verbindingen maken. Het resultaat van het aantal permutaties dat hierdoor ontstaat is zo goed als oneindig.

 

Elke hersencel beschikt over een aantal miljoenen receptoren.

 

De receptoren reageren op moleculen (neurotransmitters) die zorgen voor informatieoverdracht tussen de cellen. Het aantal mogelijke combinaties is duizelingwekkend en dat geeft meteen ook aan dat de neurowetenschap een erg complexe materie is waarvan tot op heden nog maar een klein deel werd verklaard.

Het is niet het doel van deze begeleidende nota om in te gaan op al de aspecten. Om een elementair begrip te krijgen van de werking maken we daarom gebruik van een sterk vereenvoudigd model. Een eenvoudige manier om ons brein te begrijpen, is om het te zien als een unie van drie breinen. Het zogenaamde tri-unie brein.

 

Het tri-unie brein is een model voorgesteld door de Amerikaanse arts en neurowetenschapper Paul D. MacLean.

 

Hij formuleerde zijn model oorspronkelijk in de jaren zestig en beschreef het in zijn boek The Triune Brain in Evolution (1990). In het tri-unie brein model is sprake van het reptielenbrein, het limbisch brein en de cortex. Het is een eenvoudig en intussen achterhaald model, maar het geeft een eerste inzicht in de werking van het meest complexe deel van ons lichaam.

 

  • Het reptielenbrein.

 

 Tijdens de evolutie van de mens ontstond volgens MacLean zo’n 500 miljoen jaar geleden een eenvoudig brein. Het is een brein dat de basis is voor onze overlevingsdrang. De term reptielenbrein is afgeleid van het idee dat vergelijkende neuroanatomisten ooit geloofden dat de voorvormen van reptielen en vogels werden gedomineerd door deze structuren. MacLean stelde voor dat dit deel verantwoordelijk was voor soort-typisch instinctief gedrag dat betrokken is bij agressie, dominantie, territorialiteit en rituele vertoningen. Het heeft een beperkt, maar zeer krachtig leervermogen. Net als de andere delen van onze hersenen heeft dit deel niet tot doel de mens te laten denken. Elk deel van onze hersenen heeft op zijn eigen manier tot doel de mens te helpen overleven.

Vanuit dit brein wordt het voortbestaan van het individu en van de soort geregeld door middel van het ademhalen, het verteren van voedsel, regularisatie van de hartslag, voortplanting, etc. Dit brein is nauwelijks toegankelijk vanuit de cortex. Het reptielenbrein is volledig autonoom. Zelfs als we buiten bewustzijn zijn, geeft het zijn taak nooit op. Het een essentieel onderdeel van ons onbewust gedrag. Het zorgt ervoor dat ons lichaam blijft functioneren ook al is onze aandacht op andere taken gevestigd.

 

  • Het Limbisch brein.

 

 Ongeveer 200 miljoen jaren geleden ontwikkelden zich de eerste zoogdieren en daarmee ook het limbisch brein. In dit brein bevindt zich een groep neuronenstructuren die voor een groot deel onze emoties en gevoelens beheersen. Het regelt onder andere onze lichaamstaal. Hiermee zijn we in staat om gevoelens van anderen te interpreteren en hierop te reageren. Een

droevige scene in een film kan ons aan het huilen maken omdat onze hersenen in staat zijn deze gevoelens in ons te spiegelen (spiegelneuronen) . Spiegelneuronen zijn hersencellen die als het ware imiteren ( spiegelen) wat onze zintuigen waarnemen. Op deze manier kunnen we gevoelens imiteren en ervaren we empathie. Het is de reden waarom we geeuwen als we andere mensen zien geeuwen. Als er over luizen wordt gesproken krijgen we jeuk etc.

Het ervaren van emoties is een heel complex geheel waar meerdere delen van de hersenen bij actief zijn maar in dit vereenvoudigd model is het voldoende om te onthouden dat het limbisch systeem hierin een belangrijke rol speelt. Elke signaal dat via onze zintuigen wordt waargenomen reist door het brein en ieder van de hersendelen gaat die informatie er uit filteren waar het iets mee aankan. Het brein ontvangt de signalen en stuurt daarna elektrochemische signalen uit die specifieke delen van ons lichaam beïnvloeden. Bijvoorbeeld, ik zie een wild dier, de hersenen sturen signalen naar de spieren en onder andere naar de maag. De maag trekt samen en dat geeft ons een slecht gevoel. De feedback van die signalen in de maag ervaren we vervolgens als gevoelens.

 

Het limbisch systeem heeft net als de hersenstam geen rechtstreekse verbindingen met onze zintuigen behalve dan voor de geurzin.

 

Geursignalen lopen eerst via het limbisch systeem vooraleer ze verder worden verwerkt door de rest van onze hersenen. Vandaar de sterke link tussen geuren en emoties. De geur die vergelijkbaar is met een ervaring uit je jeugd zoals bijvoorbeeld de geur van het huis van je grootouders brengt je meteen terug naar herinneringen van je prille jeugd. Je hebt het gevoel dat je zo weer bij je grootouders kan binnenstappen.

 

Dit gevoelsbrein denkt niet in toekomst of verleden en kent alleen het heden.

 

Het kent ook het begrip ontkenning niet. Een zin als “ je mag niet roken” zal door je hersenen worden geïnterpreteerd als “je mag roken” . Het woordje “ niet” wordt hierbij volledig genegeerd. De cortex heeft het wel gehoord en de hersenen “ weten” het dus wel maar gedragen er zich niet naar. Dit inzicht is belangrijk als ... 

 

Contacteer ons via de contactpagina voor een gratis versie van de de volledige tekst.